juf Ellen in groep 1 en 2
 
(Advertentie)
(Advertentie)
(Advertentie)
(Advertentie)
(Advertentie)

 

 

 

Heb heldere verwachtingen.

 

Laat weten wat je wilt zien en horen van je kind.

 

Als je deze regel volgt worden je regels vanzelf positief. Je zegt dan namelijk niet  dat mag je niet doen, maar je zegt ik wil dat je dit doet. Bijvoorbeeld:  Je mag niet rennen in de kamer wordt dan je loopt rustig in de kamer.

 

2. Leer deze verwachting aan.

 

Gebruik voorbeelden.

 

Praat met je kind over het waarom van een regel, doe voor hoe het wel moet. laat zien wat er kan gebeuren als het fout gaat.

 

3. Bekrachtig de verwachtingen.

 

Laat je kind weten wanneer het goed gaat.

 

Dat kan allereerst door het te zeggen, maar ook zoals bij ons op school met een beloningssysteem

 

4. Schenk zo min mogelijk aandacht aan ongewenst gedrag.

 

Maak van een mug geen olifant.

 

Bespreek eventuele fouten die het kind maakt heel kort. Laat het vertellen wat het goede gedrag is. en dat eventueel nog een keer laten zien.

 

5. Wees helder welke gevolgen onacceptabel gedrag heeft.

 

Vertel dat ook vooraf zodat het kind al weet waar het voor kiest als het toch ongehoorzaam is. Wees daarna wel consequent. 

 

 

Beloningsideeën die op een ouderavond zijn bedacht:

  • een ijsje krijgen
  • Samen puzzelen
  • Samen een spelletje doen
  • logeren bij neefjes/nichtjes
  • langer opblijven
  • voorlezen
  • complimentjes
  • tv mogen kijken
  • iets lekkers uitkiezen
  • samen koken of bakken
  • samen uit drinken gaan, ijsje halen
  • terloops belonen
  • positief zijn
  • favoriet gerecht kiezen
  • samen zwemmen
  • dvd naar keuze
  • samen koekjes bakken
  • knutselen
  • een dagje weg
  • filmavond
  • samen wandelen
  • samen fietsen
  • vissen in het weekend
  • een vriendje mag blijven eten
  • voetballen op het grote veld
  • naar de kinderboerderij

 

De 4 stappen plan om ongewenst gedrag om te buigen naar gewenst gedrag:

 

Stap 1:

Vraag of je kind zich de regel nog herinnert. Zo nee herhaal hem dan en laat het kind de regel goed doen. Zo ja vraag of hij/zij zich aan de regel wil houden en het kan laten zien. Beloon dan je kind bij goed gedrag.

 

Stap 2:

Stap 2 gaat in als je kind weigert om de regel op te volgen. Je wijst hem/haar er op dat het een afspraak is en dat je wil dat hij/zij zich er aan wil houden.

 

Het kind heeft dan nog steeds een keuze. Ik doe het wel of ik doe het niet. Gehoorzaamt het kind beloon het dan en als je kind niet wil gehoorzamen dan volgt stap 3.

 

Stap 3:

Je verbindt nu een consequentie aan het gedrag van je kind. Dus of....(Achter of vul je een straf in - Niet buiten spelen, geen tv kijken etc.) of je houd je aan onze afspraak.

 

Dit is het enige wat je zegt en je laat de keuze bij je kind. Het kan kiezen om gehoorzaam te zijn of kiezen om de straf te ondergaan.

 

Stap 4:

Als je kind zich nog steeds niet aan de regel wil houden, dan pas je de regel toe. Wees daar dan ook consequent in.

Let er wel op dat dit stappenplan gelijk op een overtreding van de regel moet volgen. Je kunt niet zeggen vorige week was je niet op tijd binnen dus nu mag je geen tv kijken. Daarnaast moet je de straf wel uitkiezen bij het vergrijp. Als je kind zijn/haar spullen niet opruimt als het uit school komt en je zet daar een maand niet computeren tegenover dan is het niet in verhouding.

 

Ook op school proberen we dit stappenplan te gebruiken. Meestal kiest een kind wel eieren voor zijn/haar geld en houdt hij/ zij zich aan de regels. En soms is het vergrijp zodanig dat een cosequentie gelijk kan worden toegepast. Als je kind zijn/haar broertje of zusje een stevige mep heeft verkocht dan ga je geen discussie aan, maar is er gelijk een straf. Daar ben je dan vooraf ook heel helder in geweest.

 

(Advertentie)
(Advertentie)

Het maken van regels:

Overal zijn regels. Buiten op straat, op school en natuurlijk ook thuis. We vermijden het woordje 'niet' en formuleren de regels zo dat ze beantwoorden aan de vraag: Wat voor gedrag wil ik zien, wat wil ik horen. Het antwoord op die vraag is dan automatisch een positieve regel. Wil je bijvoorbeeld niet dat er in de huiskamer gerend wordt ,dan is de regel: "In de huiskamer lopen we rustig", effectiever dan: "Je mag niet rennen in de huiskamer."

Belonen:

Een kind presteert beter als het succeservaringen heeft. Belonen is dus enorm belangrijk. Uit onderzoek is gebleken dat het grootste effect bereikt wordt als je tegenover 1 negatieve correctie, 4 positieve beloningen geeft. De 4 staat tot 1 regel. Zie je iets wat je kind dus goed doet vertel hem dat dan ook.